Search

EasyDNNNews

Schelpkokerworm

Borstelworm. Mariene soort. Tot ongeveer 30 cm lang. Maximaal 300 segmenten, waarvan slechts een klein aantal met borstels; rest van het lichaam dun en kwetsbaar. Bij de kop drie paar rode, sterk vertakte kieuwen, en een aantal lange tentakels. Bouwt een koker van grof zand en schelpstukjes, die soms iets boven de bodem uitsteekt. Deze koker is bijzonder, omdat bovenaan een aantal zeer smalle gootjes van zandkorrels zit, die gewoonlijk uitgespreid liggen over de oppervlakte van het zand. In die gootjes liggen de hierboven genoemde tentakels, waarmee het dier voedsel (plankton en detritus) vangt. Lees meer

Geknikte aasgarnaal

Aasgarnaal. Mariene soort, ook in brak water. Tot 25 mm. Langgerekte soort met een vrij duidelijke knik in het achterlijf. Variabel van kleur, afhankelijk van de omgeving. Vaak doorzichtig geelgroen, verder bruin of bijna zwart pf vrijwel kleurloos. Sommige exemplaren met een witachtige rug.

Lees meer

Slakdolf

Zeevis. Tot 18 cm. Vaak kleiner. Geelbruin of grijsgroen, vaak met schuine bruingrijze strepen. Jongere exemplaren egaal bruin of zwart. Mannetjes in de paaitijd oranjerood. Stompe kop, kleine oogjes, neusgaten buisvormig. Schubloze gladde en slijmerige huid. Vaak in kenmerkende houding, met de staart omgeslagen langs het lichaam. Lange rug- en anaalvin. Buikvinnen zijn vergroeid tot een zuigschijf. Niet algemeen.

Lees meer

Zwarte grondel

Zeevis. Grote grondelsoort, tot 18 cm. Licht tot donkerbruin gevlekt, zwarte vlek tussen eerste paar vinstralen in beide rugvinnen. Mannetjes in paaitijd pikzwart. Langgerekte vis met twee forse rugvinnen direct achter elkaar. Ogen hoog op de bolle kop. Nek met schubben. Twee forse rugvinnen zonder tussenruimten, mannetjes hebben een verlengde eerste rugvin. Buikvinnen aaneengegroeid tot zuignap. Bouwt nestjes die het mannetje bewaakt. Kustgebied, vooral in Zeeland, plaatselijk. Lees meer

Snotolf

Zeevis. Een plompe, hoekig vis met een stompe kop en kleine bek en kleine ogen. Op de huid staan benige knobbels. Vrouwtjes tot 70, mannetjes tot 50 cm. Groenachtig grijs, jonge dieren geel tot groen, met een zilveren kopstreep. Mannetjes in de paaitijd oranjerood, vrouwtjes blauwachtig. Geen voorste rugvin, de rug is verhoogd. Buikvinnen vergroeid tot zuigschijf.

Lees meer
RSS
Eerste192193194195197199200201Laatste

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

  • Inventarisaties
  • Beheeradviezen 
  • Monitoring
  • Exoten

Mariene soorten en ecologie

  • Educatie
  • Artikelen
  • Exoten

 

 

Steun ANEMOON

  • Met een donatie
  • Met waarnemingen
  • Met foto's 
  • Met locatie-omschrijvingen
  • Met maken van artikelen
  • Met organiseren activiteiten

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

 

 

Back To Top