Zeezoogdier. Groter dan de Gewone zeehond en herkenbaar aan het
forse lichaam en de rechte snuit. Mannetjes tot 3,30 meter lang,
vrouwtjes tot 2,50 m. Donkergrijs met lichtere vlekken (man),
zilvergrijs
met donkerdere vlekken (vrouw). Jongen eerst wit, na circa vijf weken
verkleurend.
Rust bij laagwater op rotsen, in ons land vooral op droogvallende
zandbanken.
Met name in het Waddengebied, maar ook in Zeeland. Ze eten vooral vis,
daarnaast
kreeftachtigen, weekdieren en soms zelfs Bruinvissen.