Search

EasyDNNNews

Noordse stormvogel

Zeevogel. Komt zelden aan land. Broedt op klippen. 45-50 cm (vleugelspanwijdte: 101-117 cm). Grijs en wit met geelgrijze snavel. Lijkt op een meeuw, maar hoort bij een heel andere groep. Korte dikke nek, vrij stijve, rechte vleugels. Snavel met grijsachtige opbouw met twee neusbuizen. Vliegt dicht boven de golven. Verder op zee ook achter schepen vliegend. Uitstekende vliegers. Kunnen stormen goed doorstaan. Aan land kunnen ze vrij slecht lopen. In Nederland verder op zee en soms bij harde aanlandige wind ook dicht onder de kust (najaar). Lees meer

jan-van-gent

Zeevogel. Wit met geelbruine tot okergele kop. Grote, blauwgrijs met zwarte snavel. Vleugelpunten zwart, poten eveneens zwart. Om het oog een blauwe ring. Herkenbaar aan de manier van vliegen - laag over de golven aan de horizon - en de spectaculaire duikvluchten naar vis. Vliegt vaak achter schepen aan. Op het strand (uitgezonderd bij olierampen) alleen dode aangespoelde dieren. Levende dieren uiterst zelden: deze zijn dan vrijwel altijd ernstig verzwakt en ziek. Lees meer

Zeespriet

Stijve, rechtopstaande, sprietige kolonies. Tot 30 cm. Geelbruin tot donkerbruin. Aan de voet zit een sponzige massa van hydrorhiza's. Spoelt regelmatig aan op het strand. Autochtoon zeldzaam in de Oosterschelde. Minder schaars op enige afstand van de kust in de Noordzee, o.a. bij wrakken. Lees meer

Noorse grondel

Mariene vissoort (zeevis). Langwerpige grondel. 5-6 cm. Lichtbruin met  donkerdere en lichtere oranje tot roestbruine vlekjes. Volwassen mannetjes met 10-12 vertikale donkere dwarsstrepen en een donkere vlek achter op de eerste rugvin. Vrouwtjes zonder vlek. Soms blauwachtige vlekken of strepen. Achter en onder de oogkas rijen gevoelspapillen. Bek is breed, bovenstandig, onderkaak met twee rijen tanden. Twee gescheiden rugvinnen, achterste  en anaalvin ongeveer identiek. Staartvin ovaal afgerond. Borstvinnen vergroeid tot een zuignap.Zeldzaam in diepere Noordzee. Enkele keren in Nederlandse wateren. Lees meer

Spitsstaartgrondel

Slanke grondel met een plomp-speervormige staart. 9-13 cm. Lichaam iets doorschijnend, geelbruin. Duidelijke oranjegele ronde vlekken, onregelmatig of in rijen. Ook gele vlekken op de vinnen. Rugvinnen vaak met geeloranje randen en daaronder een metaalblauwe lijn. Anaalvin en staartvin donkerbruin omrand. Ogen hoog op de kop. Nek en rug met schubben. Mond klein, bovenstandig. Twee rugvinnen met een kleine ruimte ertussen. Eerste rugvin met stekelvormige, deels buiten het vinmembraan stekende vinstralen.Tweede rugvin langer dan de anaalvin. Buikvinnen vergroeid tot zuignap. Leeft op modderbodems, vaak samen met de Noorse zeekreeft, in dieper water (tot meer dan 100 m. Enkele keren ver van de Nederlandse kust gevangen. Lees meer
RSS
135678910Laatste

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

  • Inventarisaties
  • Beheeradviezen 
  • Monitoring
  • Exoten

Mariene soorten en ecologie

  • Educatie
  • Artikelen
  • Exoten

 

 

Steun ANEMOON

  • Met een donatie
  • Met waarnemingen
  • Met foto's 
  • Met locatie-omschrijvingen
  • Met maken van artikelen
  • Met organiseren activiteiten

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

 

 

Back To Top