Mariene tweekleppige. 10-13 mm.
Grijswit, met een geelbruine opperhuid. Vanuit de top
vaak radiale, grijze soms oranje kleurbanden. Binnenkant sterk parelmoerachtig iriserend.
Stevige, glanzende, driehoekige schelpjes. Oppervlak met duidelijke groeilijnen die doorkruist worden door microscopische radiaire groefjes.
Slot taxodont; aan de voorkant een rij van 20-30 en aan de
achterkant 10-14 tandjes. Ligament inwendig in driehoekige
ligamentgroeve.
Mantellijn zonder bocht. Onderrand gecrenuleerd (gekarteld). Noordzee, verder van de kust,
ingegraven in slibhoudende bodems.
Lees meer