Mariene tweekleppige. Tot 30 mm. Wit, crème en geel tot bruin of paars,
gestreept, gevlekt, geblokt of met zigzaglijntjes. Rechterklep meestal meer egaal. Dunwandig, kleppen vrijwel even bol. Achterste oren klein. De schelprand is vaak naar binnen gegroeid. 40-80 fijne, ongelijke ribjes en/of 2-5 grove primaire ribben. Daarnaast met fijne microsculptuur van concentrische en radiaire lijntjes. Echter ook ongeribde en exemplaren
zonder macrosculptuur komen voor. Noordzee verder van de kust, schaars. In Zeeland fossiel.
Lees meer