Search

EasyDNNNews

Geschubde hartschelp

Mariene tweekleppige. Tot 15 mm, vaak kleiner. Bleekwit of lichtroze, opperhuid geelbruin of oranje. Vrij stevig en plat. 26-28 platte ribben bezet met kleine ovale schubjes. Deze zijn vooral op het achterste deel scherper, tot bijna stekelig. Ribben duidelijk breder dan de tussenruimten. Noordzee, bekend van de Klaverbank en Texelse stenen. Op het strand bekend van drijvende voorwerpen en fossiele kleppen. Lees meer

Geribd zeeklitschelpje

Mariene tweekleppige. Tot 3 mm. Witachtig doorschijnend. Opperhuid transparant of vaag geelbruin, schelpjes vaak met roestbruine aanslag van zee-egels. Dun en breekbaar. Onderrand in het midden vaak wat ingedrukt. Vage tot duidelijke, vanuit de top stralende radiale ribjes en vage concentrische lijnen. In iedere klep één laterale tand, geen mantelbocht. Korte uitstroomsifo. Voet groot en krachtig, gebruikt om mee te kruipen. Leeft o.a. met byssusdraden vastgehecht aan stekels van meerdere zeeklit- en zee-egelsoorten. Noordzee, dieper water.
Lees meer

Geruite tapijtschelp

Mariene tweekleppige. Tot 75 mm. Geelwit, geelbruin of bruin, soms met donkere vlekken, strepen of een zigzagpatroon. Ovaal-rechthoekige schelp met sterke traliewerksculptuur. De mantelbocht reikt niet voorbij het midden, onderkant mantellijn en mantelbocht vallen niet of nauwelijks samen; de bocht is op het diepste punt hoekig. Dier: Sifonen lang en vrij dun, grotendeels van elkaar gescheiden. Lichaamskleur crème of grijswit, soms iets geelachtig. Sifonen grijswit, aan de uiteinden vaak donkere vlekjes. Schaars als import van schelpdierkwekers in de Oosterschelde. Ook fossiel langs de hele kust. Lees meer

Geplooide rotsboorder

Mariene tweekleppige. Tot 11 mm. Wit, met een lichtbruine opperhuid. Eén schelpkant is hoekig afgeknot, de andere flauw afgerond. De schelp gaapt aan zowel voor- als achterkant. Buitenkant met onregelmatige groeirichels en vanaf de top naar de onder-achterrand een plooi. Slotband uitwendig, zeer zwak, de schelpen raken snel van elkaar los. Geen mantelbocht, spierindruksels ongelijk in grootte. Noordzee, ingegraven in bodem. Op het strand regelmatig losse kleppen. Lees meer

Geribd gordelhorentje

Mariene huisjesslak. Tot 2,5 mm. Lichtgeel, crème of wit, met meestal twee korte bruingele (kommavormige) banden op het laatste deel van de laatste winding. Opperhuid geeloranje tot donkerbruin. 5-6 matig bolle windingen met daartussen een vrij diepe naad. Top stomp, mondopening ovaal en vaak iets verdikt. Geen navel. De sculptuur bestaat uit fijne lengtegroefjes en op de bovenkant van de windingen vage verticale dwarsplooien, die naar het midden van de windingen vervagen. Bekend uit de Oosterschelde en uit aanspoelsel op het strand. Lees meer
RSS
Eerste158159160161163165166167Laatste

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

  • Inventarisaties
  • Beheeradviezen 
  • Monitoring
  • Exoten

Mariene soorten en ecologie

  • Educatie
  • Artikelen
  • Exoten

 

 

Steun ANEMOON

  • Met een donatie
  • Met waarnemingen
  • Met foto's 
  • Met locatie-omschrijvingen
  • Met maken van artikelen
  • Met organiseren activiteiten

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

 

 

Back To Top