Search
 
Soorten
 
 
1
Page size:
 3 items in 1 pages
ZoekbeeldKenmerken
               
1
Page size:
 3 items in 1 pages
Gezaagd schepje
Philine scabra

Gezaagd schepje
Philine scabra

Mariene huisjesslak: H. tot 15 mm, B. tot 10 mm. Vaak veel kleiner. Langwerpig hoekig horentje met 2-3 snel toenemende windingen, de laatste is uitgegroeid tot een ‘oor’. Bovenzijde van de mondrand steekt niet boven de topwindingen uit. Buitenkant mondrand aan de onderzijde gekarteld/ingezaagd. Over de schelp lopen spiraalrijen van minuscule, op een lichte verhoging staande, ronde of niervormige putjes die tegen elkaar aanliggen en een kettingvormige sculptuur vormen. Dier aanzienlijk groter dan de schelp.
Main Image
 
Philine scabra Mariene huisjesslak: H. tot 15 mm, B. tot 10 mm. Vaak veel kleiner. Langwerpig hoekig horentje met 2-3 snel toenemende windingen, de laatste is uitgegroeid tot een ‘oor’. Bovenzijde van de mondrand steekt niet boven de topwindingen uit. Buitenkant mondrand aan de onderzijde gekarteld/ingezaagd. Over de schelp lopen spiraalrijen van minuscule, op een lichte verhoging staande, ronde of niervormige putjes die tegen elkaar aanliggen en een kettingvormige sculptuur vormen. Dier aanzienlijk groter dan de schelp.Afmetingen:  H. tot 15 mm, B. tot 10 mm.
Schelpkleur:
Wit, al dan niet deels transparant.
Schelpvorm:
Langwerpig hoekig horentje met 2-3 snel toenemende windingen, waarvan de laatste uitgegroeid is tot een ‘oor’. De bovenzijde van de mondrand steekt niet boven de topwindingen uit. De buitenkant van de mondrand is met name aan de onderzijde duidelijk ingezaagd.

Sculptuur: Over de schelp lopen spiraalrijen van minuscule, op een lichte verhoging staande, ronde of niervormige putjes, die tegen elkaar aanliggen en zo een sculptuur als van een ketting vormen.

Dier: Het dier zelf wordt tot 20 mm lang. De tere schelp is rondom ingesloten door de mantel. Kopschild langwerpig, vooraan afgerond met een lichte indeuking. Geen koptentakel-achtige flappen. In de mondholte een rasptong, in de maag drie verkalkte kauwplaten. Aan de zijkanten alleen in het midden twee vlezige lichaamsflappen (parapodiën). Het achterste, ronde manteldeel, steekt niet buiten de achterzijde van de voet uit. De lichaamskleur is wit of geelwit, met kleine donkere vlekjes.

 Van IJsland en Noorwegen tot Madeira, West-Afrika en de Middellandse Zee. In het Nederlandse Noordzeegebied bekend van een zeer beperkt aantal vindplaatsen, met name rond de 40 m-dieptelijn. Voor het eerst waargenomen in 1986 en inmiddels bekend van diverse locaties rondom de Oestergronden.Vanaf de laagwaterlijn tot 1.500 m diep. Voedingswijze en voedsel onbekend, mogelijk carnivoor. Vermoedelijk hermafrodiete soort. Over eieren, voortplantingsseizoen, groei en levensduur is weinig bekend. xNederlandZoutwaterSMP|ANM
Ketting-schepje
Philine catena

Ketting-schepje
Philine catena

Mariene huisjesslak. Tot 5 mm. Witachtig, bijna transparant, zeer dunschalig. 2-3 snel toenemende windingen, de laatste uitgegroeid tot ‘oor’. Bovenzijde mondrand steekt niet boven de topwindingen uit en is nauwelijks gekarteld. Geen operculum. Oppervlak met spiraalsgewijs verlopende rijen duidelijk langwerpig-ovale putjes, die de vorm aannemen van aaneengesloten schakels van een ketting. Schelp geheel omsloten door de mantel. Maag met drie verkalkte kauwplaten. Noordzee, ver van de kust. Enkele keren aangespoeld. Zeldzaam.
Main Image
 
Philine catena Mariene huisjesslak. Tot 5 mm. Witachtig, bijna transparant, zeer dunschalig. 2-3 snel toenemende windingen, de laatste uitgegroeid tot ‘oor’. Bovenzijde mondrand steekt niet boven de topwindingen uit en is nauwelijks gekarteld. Geen operculum. Oppervlak met spiraalsgewijs verlopende rijen duidelijk langwerpig-ovale putjes, die de vorm aannemen van aaneengesloten schakels van een ketting. Schelp geheel omsloten door de mantel. Maag met drie verkalkte kauwplaten. Noordzee, ver van de kust. Enkele keren aangespoeld. Zeldzaam.

Afmetingen: H. tot 5 mm, B. tot 3 mm (hele dier tot 7 mm).
Schelpkleur: Witachtig, bijna transparant. Schelpvorm: Zeer dunschalig horentje van 2-3 snel toenemende windingen, waarvan de laatste uitgegroeid is tot een ‘oor’. De bovenzijde van de mondrand steekt niet boven de topwindingen uit en is nauwelijks gekarteld. Geen operculum.
Sculptuur: Schelpoppervlak met spiraalsgewijs verlopende rijen van duidelijk langwerpig-ovale putjes, die de vorm aannemen van aaneengesloten schakels van een ketting.

Dier: De schelp wordt geheel omsloten door de mantel. Kopschild afgerond, zonder indeuking aan de voorzijde. Geen koptentakel-achtige flappen. In de maag zitten drie verkalkte kauwplaten. Vanaf de zijkanten van de voet lopen over vrijwel de hele lengte van het dier twee lichaamsflappen (parapodiën), die elkaar bovenaan niet raken. Lichaamskleur créme tot licht geelbruin, met bruine, oranje en witte vlekjes.

 Het areaal strekt zich uit van de Lofoten, via de Atlantische kust van Groot-Brittannië, Frankrijk en het Iberisch Schiereiland, tot aan de Canarische Eilanden en de Middellandse Zee. In de Noordzee bijna uitsluitend aangetroffen in het gebied van de Oestergronden. Op het strand zijn enkele keren lege schelpjes aangespoeld (onder andere op de Waddeneilanden). Mogelijk ook op drijvende voorwerpen aangevoerd.Van de getijdenzone tot een diepte van 2.000 m. In het litoraal en sublitoraal van rotskusten soms levend te vinden onder stenen en in rotspoeltjes. In de Nederlandse wateren alleen bekend uit het offshore-gebied (o.a. Oestergronden). Vermoedelijk net als andere Philinidae carnivoor, met als prooi o.a. foraminiferen, die in de maag met behulp van de kauwplaten worden gekraakt. 140747NederlandZoutwaterSMP|ANM
Schepje
Philine quadripartita

Schepje
Philine quadripartita

Mariene huisjesslak. Tot 28 mm, vaak kleiner. Glanzend wit, gedeeltelijk doorschijnend. Uiterst dunschalig, met 2-3 snel toenemende windingen, de laatste uitgegroeid tot een groot ‘oor’. Geen operculum. Schelpoppervlak  glad, alleen groeilijntjes. Het dier kan zich niet in de schelp terugtrekken en is groter dan de schelp: gestrekt ruim 4 cm of meer. Dier met groot kopschild, opzij twee lichaamsflappen, achteraan plugvormig stuk mantel. Lichaamskleur wit. In de maag drie verkalkte kauwplaten. Noordzee schaars. Schelpen spoelen soms aan.
Main Image
 
Philine quadripartita Mariene huisjesslak. Tot 28 mm, vaak kleiner. Glanzend wit, gedeeltelijk doorschijnend. Uiterst dunschalig, met 2-3 snel toenemende windingen, de laatste uitgegroeid tot een groot ‘oor’. Geen operculum. Schelpoppervlak  glad, alleen groeilijntjes. Het dier kan zich niet in de schelp terugtrekken en is groter dan de schelp: gestrekt ruim 4 cm of meer. Dier met groot kopschild, opzij twee lichaamsflappen, achteraan plugvormig stuk mantel. Lichaamskleur wit. In de maag drie verkalkte kauwplaten. Noordzee schaars. Schelpen spoelen soms aan.Afmetingen: Tot 28 mm. Vaak kleiner.
Schelpkleur: Glanzend wit, gedeeltelijk doorschijnend.
Schelpvorm: Uiterst dunschalig, met 2-3 snel toenemende windingen, waarvan de laatste is uitgegroeid tot een groot ‘oor’ dat ver boven de topwindingen uitsteekt. Geen operculum. 

Sculptuur: Het schelpoppervlak is glad, met alleen groeilijntjes.

Dier: Het dier kan zich niet geheel in de schelp terugtrekken en is aanzienlijk groter dan de onder de mantel verborgen schelp. Gestrekt ruim 4 cm of meer. Dier met groot kopschild. Opzij twee lichaamsflappen (parapodiën), achteraan een plugvormig stuk mantel. Lichaamskleur deels doorschijnend wit. In de maag drie verkalkte kauwplaten.

 

Vanaf Noorwegen, het Kattegat, het Skagerrak, een deel van de Oostzee en het Noordzeegebied, langs de Atlantische kust van Groot- Brittannië, Frankrijk en het Iberisch Schiereiland tot in de hele Middellandse Zee. Daarnaast langs de Atlantische kusten van Afrika tot voorbij Zuid-Afrika (Mozambique). Noordzeegebied verder van de kust, nu en dan opgevist door vissers.

Op het strand: Lege schelpen spoelen nu en dan aan, soms nog vers en onverkleurd.

Op slikkige of zandige bodems, vanaf enkele meters beneden de laagwaterlijn tot diepten van ruim 500 m. Carnivore jagers. Met het wigvormige kopschild ploegen ze door de bovenste zandlaag op zoek naar voedsel, met name foraminiferen, wormen, tweekleppigen en huisjesslakken, maar ook het Zeeboontje Echinocyamus pusillus. De dieren zijn Hermafrodiet. Eieren gelegd in een kluwenvormige opgerolde spiraalband. De dieren worden ten minste 3-4 jaar. 574582NederlandZoutwaterMOO|SMP|ANM
  • NoFilter
  • Contains
  • DoesNotContain
  • StartsWith
  • EndsWith
  • EqualTo
  • NotEqualTo
  • GreaterThan
  • LessThan
  • GreaterThanOrEqualTo
  • LessThanOrEqualTo
  • Between
  • NotBetween
  • IsEmpty
  • NotIsEmpty
  • IsNull
  • NotIsNull
  • Custom
 
   

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

  • Inventarisaties
  • Beheeradviezen 
  • Monitoring
  • Exoten

Mariene soorten en ecologie

  • Educatie
  • Artikelen
  • Exoten

 

 

Steun ANEMOON

  • Met een donatie
  • Met waarnemingen
  • Met foto's 
  • Met locatie-omschrijvingen
  • Met maken van artikelen
  • Met organiseren activiteiten

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

 

 

Back To Top