Zoekbeeld:
Mariene huisjesslak. Tot 28 mm, vaak kleiner. Glanzend wit, gedeeltelijk
doorschijnend. Uiterst dunschalig, met 2-3 snel toenemende
windingen, de laatste uitgegroeid tot een groot ‘oor’. Geen operculum.
Schelpoppervlak glad, alleen groeilijntjes. Het
dier kan zich niet in de schelp terugtrekken
en is
groter dan de schelp: gestrekt ruim 4 cm of
meer. Dier met groot kopschild, opzij twee lichaamsflappen,
achteraan plugvormig stuk
mantel. Lichaamskleur wit. In de maag drie verkalkte kauwplaten.
Noordzee schaars. Schelpen spoelen soms aan.
Kenmerken:
Afmetingen: Tot 28 mm. Vaak kleiner.
Schelpkleur: Glanzend wit, gedeeltelijk doorschijnend.
Schelpvorm: Uiterst dunschalig, met 2-3 snel toenemende
windingen, waarvan de laatste is uitgegroeid tot een groot ‘oor’ dat ver
boven de topwindingen uitsteekt. Geen operculum.
Sculptuur: Het schelpoppervlak is glad, met alleen groeilijntjes.
Dier: Het dier kan zich niet geheel in de schelp terugtrekken
en is aanzienlijk
groter dan de onder de mantel verborgen schelp. Gestrekt ruim 4 cm of meer. Dier met groot kopschild. Opzij twee lichaamsflappen (parapodiën), achteraan een plugvormig stuk
mantel. Lichaamskleur deels
doorschijnend wit. In de maag drie verkalkte kauwplaten.
Te verwarren met:
(Alleen juveniel): andere Philinidae.
Areaal en verspreiding:
Vanaf
Noorwegen, het Kattegat, het Skagerrak, een deel
van de
Oostzee en het Noordzeegebied, langs de Atlantische kust van Groot-
Brittannië,
Frankrijk en het Iberisch Schiereiland tot in de hele Middellandse
Zee.
Daarnaast langs de Atlantische kusten van Afrika tot voorbij Zuid-Afrika
(Mozambique).
Noordzeegebied verder van de kust, nu en dan opgevist door vissers.
Op het strand: Lege schelpen spoelen nu en dan aan, soms nog vers en onverkleurd.
Habitat en ecologie:
Op slikkige
of zandige bodems, vanaf enkele meters
beneden de
laagwaterlijn tot diepten van ruim 500 m. Carnivore jagers. Met het
wigvormige kopschild ploegen ze door de bovenste zandlaag op zoek
naar voedsel, met name
foraminiferen, wormen, tweekleppigen en huisjesslakken, maar ook
het Zeeboontje Echinocyamus pusillus. De dieren zijn Hermafrodiet. Eieren gelegd in een
kluwenvormige
opgerolde spiraalband. De dieren
worden ten
minste 3-4 jaar.
Literatuur:
- Bruyne, R.H. de, S.J. van Leeuwen, A.W.
Gmelig Meyling & R. Daan (red.), 2013. Schelpdieren van het Nederlandse
Noordzeegebied. Ecologische atlas van de mariene weekdieren (Mollusca). Tirion
Uitgevers, Utrecht en Stichting Anemoon, Lisse 414 pp.
- Systematic revision of the gastropod family Philinidae (Mollusca: Cephalaspidea) in the north-east Atlantic Ocean with emphasis on the Scandinavian Peninsula
- van Moorsel & Bennema, 2016. Ploegende Schepjes voor het eerst in Nederlandse kustwateren.
Auteurs:
[HR feb. 2014; IvL feb 2014]
Aphia ID:
574582
Gebied:
Nederland
Biotoop:
Zoutwater
Project:
MOO|SMP|ANM
Gerelateerde soorten:
Schepje