Search

EasyDNNNews

Nonnetje

Mariene tweekleppige. Tot 35 mm. Kleur variabel: geelwit tot roze. Vrij stevige, rond-driehoekige schelpen. Top ongeveer in het midden. Oppervlak met alleen fijne groeilijnen. Sterke uitwendige slotband. Mantellijn met bocht. Algemeen in de bodem van slikgebieden (Zeeland, Wadden). Belangrijk voedsel voor vogels, vissen en andere dieren. Langs de Noordzeekust geregeld aanspoelend, maar minder dan vroeger.

Lees meer

Otterschelp

Mariene tweekleppige. Tot 13 cm. Vrij dunschalige, langwerpig-ovale schelpen. Geelwit met een schilferige bruingele opperhuid. Vrij glad met fijne groeilijnen. Slot aan binnenzijde met grote driehoekige ligamentholte. Levende dieren hebben een zeer lange, deels met opperhuid omgeven sifobuis. Leeft ingegraven in modder of zand. Vroeger spoelden vrijwel alleen oude kleppen aan, tegenwoordig ook vaak doubletten en levende dieren.

Lees meer

Tepelhoren

Mariene huisjesslak. Tot 40 mm. Verse exemplaren geelgrijs, lichtbruin, bovenaan roodbruine vlekjes. 6-7 opgeblazen windingen. Top stomp, mondopening halfrond, ernaast een diepe ronde navel. Operculum halfrond, hoornachtig. Oppervlak glad met alleen groeilijnen. Dier: Alleen de snuit en platte tentakels zijn zichtbaar. Kruipvoet groot, vooraan met breed afgerond kopgedeelte (propodium). Aan de linkerkant een sifo. Lichaamskleur bleekwit. Noordzee. Vrij algemeen in wat dieper water. Lees meer

Tweetandschelpje

Mariene tweekleppige. Tot 4 mm. Geelwit met een lichtbruine opperhuid. Scheef-ovaal schelpje met alleen fijne concentrische groeilijnen. Heterodont slot met vooral in de rechterklep twee zeer duidelijke laterale tanden. Geen mantelbocht. Soms bedekt met roestbruine aanslag, veroorzaakt door andere bodemdieren. Leeft ingegraven en vaak ook in associatie met een slangster. Noordzee en nabije kustgebied. Spoelt veel aan, ook vaak doubletjes.

 

Lees meer

Slanke kleine zwaardschede

Mariene tweekleppige. Tot 13,5 x 1,4 cm. 7-8 keer zo lang als hoog, gelijkmatig gebogen. Kleurpatroon met lilaroze vlekjes in een diagonaal patroon. Opperhuid olijfgroen. Alleen groeilijnen. Afstand mantellijn tot voorrand bijna even groot als tot de onderrand. Lengte voorste sluitspierindruksel ongeveer 1¾ van de slotband. Achterste spierindruksel op ca. 2 x de eigen lengte van de mantelbocht. Sifonen kort, vergroeid, met korte tentakelkransjes. Lichaamskleur wit tot crème. Noordzee, wat verder van de kust. Op het strand vooral oude kleppen. Lees meer
RSS
Eerste235236237238240242243244Laatste

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

  • Inventarisaties
  • Beheeradviezen 
  • Monitoring
  • Exoten

Mariene soorten en ecologie

  • Educatie
  • Artikelen
  • Exoten

 

 

Steun ANEMOON

  • Met een donatie
  • Met waarnemingen
  • Met foto's 
  • Met locatie-omschrijvingen
  • Met maken van artikelen
  • Met organiseren activiteiten

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

 

 

Back To Top