Search

EasyDNNNews

Trapgeveltje

Mariene huisjesslak. Tot 20 mm. Vaak kleiner. Crèmewit of lichtgeel. Vrij dikschalig, met 6-7 trapsgewijs afgezette, bovenaan min of meer 'geschouderde' windingen. Mondopenig smal en uitlopend in een recht siphokanaal. Geen navel. Sculptuur van 12-16 vrijwel loodrechte vertikale ribben, waartussen fijne horizontale groeven lopen. Noordzee, in wat dieper water. Spoelt regelmatig (leeg) aan; vaak blauwgrijs of bruin verkleurd. Lees meer

Schaalhoren

Mariene huisjesslak. Ca 30 cm. (Tot 60 mm). De verhouding lengte/hoogte is variabel. Buitenkant grijs tot geelgroen met donkere strepen, binnenkant matglanzend geel of groen. Stevige schelp in de vorm van een hoedje, zonder windingen. Van de top naar de onderrand uitwaaierende ribben. Schelprand in vorm aangepast aan de ondergrond. Geen operculum. In het litoraal op hard substraat. Algemeen in Zeeland en ook elders langs de Noordzeekust. In het Waddengebied schaars. Lees meer

Ruwe alikruik

Mariene huisjesslak. Ook in brak water (Brakwateralikruik). Tot 20 mm. Variabel: wit, geel, oranje, rood, bruin, met kleurbanden of blokkenpatroon. Dun- tot dikschalig. 5/6 matig tot bolle windingen. Top spits, mond ovaal, onderaan vaak wat 'uitgetrokken'. Geen navel. Sculptuur van vage tot zeer duidelijke horizontale ribben/groeven. Vormen in brak water hebben een dunschalige, vaak geblokte schelp Littorina saxatilis forma tenebrosa. Lees meer

Purperslak

Mariene huisjesslak. Tot 48 mm. Variabel kleurpatroon: wit, geel- of donkerbruin, soms 2-3 brede kleurbanden of smallere strepen. Operculum roodbruin. Dikke horens met 6-7 windingen. Top spits, mondopening ovaal , binnenin knobbeltjes. Kort siphokanaal. Geen navel. Sculptuur van vage tot duidelijke horizontale ribben, gekruist door groeilijnen, met op de kruispunten soms schubjes. Eikapsels geel, 3-9 mm, plasticachtig en flesvormig, afgezet op hard substraat. Voornamelijk in Zeeland. Na afname door TBT weer toegenomen (zie opm.). Lees meer

Oubliehorentje

Mariene huisjesslak. Tot 7 mm. Geelwit met een geelbruine opperhuid. Soms met roestbruine aanslag. Cilindervormig huisje, 5-6 vlakke windingen. Laatste winding veel groter, sluit de voorgaande in. Top steekt nauwelijks boven de schelp uit. Mondopening langwerpig, ca 90% van de totale schelphoogte. Geen navel, geen operculum. Oppervlak glad met alleen groeilijnen. Dier met een breed kopschild.  Kruipt net onder oppervlak van slikbodems. Zeeland en Waddengebied, vrij algemeen.

Lees meer
RSS
Eerste229230231232234236237238Laatste

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

  • Inventarisaties
  • Beheeradviezen 
  • Monitoring
  • Exoten

Mariene soorten en ecologie

  • Educatie
  • Artikelen
  • Exoten

 

 

Steun ANEMOON

  • Met een donatie
  • Met waarnemingen
  • Met foto's 
  • Met locatie-omschrijvingen
  • Met maken van artikelen
  • Met organiseren activiteiten

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

 

 

Back To Top