Zeenaaktslak. Tot 20 mm. Transparant wit met rozerode waas.
Middendarmklier met
bruinrode vertakkingen. Opmerkelijk slank. Op de kop twee in de
lengterichting opgerolde, gladde rhinoforen met uitstandige
uitstulpingen. 15 onduidelijke rijen papillen,tot 3 per rij. Papillen
lang, aan de punt toegespitst, bezet met onregelmatige knobbeltjes.
Staart zonder
papillen. Eisnoeren als grijswitte worstvormige of wat
spiraalvormige gelatineuze strengen tot een winding. Oosterschelde,
Grevelingenmeer. Niet uit Waddengebied bekend.