Mariene tweekleppige. Tot 9,5 cm (vaak kleiner). Vrij dun,
langwerpig-driehoekig. Paarsblauwe of geelbruine, schelpen met stralende
kleurlijnen. Opperhuid zwart Glad oppervlak, alleen groeilijnen. Leeft
met byssusdraden gehecht aan stenen en
ander hard substraat. Algemeen. In Zeeland en het Waddengebied in
mosselbanken. Langs de Noordzeekust op pieren en dijken.