Mariene huisjesslak. Tot 5 mm. Glanzend wit. Stevig,
met 8-9 vrij vlakke windingen. Top gekanteld, de 1,5-2 embryonale windingen staan haaks op de
latere windingen. Mondopening iets vierkant,
soms een vage navel. Op de columella zit een tandvormige
plooi.
20-24 dikke dwarsribben die breder zijn dan
de tussenruimten, iets scheef staan en aan de onderzijde vervagen. Geen spiraalgroeven. Noordzee, verder van de kust, niet van het strand bekend.