Zoetwater-huisjesslak. Exoot/ingevoerde soort. Tot 3 mm. Geelbruin tot geelgroen, vaak met
donkere aanslag. Zeer klein schijfhorentje met 2-3 windingen. De laatste vaak
wat gekield. Mondopening hoekig, niet afgerond. Navel groot, diep. Sculptuur
van fijne groeilijntjes en dwarslijntjes die een traliewerk vomen. Geen
operculum. In rustigere delen van rivieren en kleine meren, nog zeer locaal,
maar vermoedelijk uitbreidend.