Mariene huisjesslak. Tot 15 mm (diameter). Wit tot créme, opperhuid lichtgeel.
Qua vorm een verbreed, plat, puntig rond hoedje, zoals in
Aziatische landen wordt gedragen. Een deels gedraaid schot dekt een deel van de mondopening aan de binnenkant af. Oppervlak met groeilijnen en soms knobbeltjes. Dier met korte snuit.
Platte, korte koptentakels, het oog aan de basis. Voet ovaalrond.
Lichaamskleur bleekwit tot geelachtig, soms roze. Zelden, aangevoerd met materiaal schelpdiervisserij (Oosterschelde).