Mariene tweekleppige. Tot 25 mm. Crèmewit, lichtroze tot diep paarsbruin. Meestal met een aantal vanuit
de top stralende donkerpaarse of oranjebruine kleurbanden, afgewisseld
met een patroon van V-vormige zigzagstrepen. Stevig, driehoekig. Top omgebogen. Oppervlak met onregelmatige, brede concentrische ribben, afgewisseld
door smallere. De ribben kunnen breed en plat zijn, maar ook
smaller en hoger, soms min of meer lamelvormig. Spitse mantelbocht. Onderrand niet gecreneleerd. Noordzee, ver van de kust. Spoelt zelden of nooit vers aan. Wel fossiel (Waddeneilanden).