Zoekbeeld:
Hoefijzerworm. Mariene soort. Tentakelkrans hoefijzervormig, zilverwit of geelachtig, 5-10 mm in doorsnee. Koker enkele centimeters hoog, geelbruin. Zichtbaar is alleen de tentakelkrans (lofofoor), met in het midden de mondopening, op een hoornachtige, deels samentrekbare koker. De tentakels worden bij verstoring snel ingetrokken. Leeft op of ingeboord in
kalksteen of ander stevig substraat.
Kenmerken:
Zie zoekbeeld. Het in de koker zittende wormachtige dier heeft geen geledingen zoals borstel- of ringwormen die hebben.
Te verwarren met:
Kokerwormen, die echter duidelijk groter zijn en een bredere en gesloten tentakelkrans hebben.
Areaal en verspreiding:
Verspreiding in Nederland: noordkant van de Oosterschelde. Schaars. Ook bekend uit het Grevelingenmeer. Elders tamelijk zeldzaam.
West-Europese wateren, ook in de Middellandse Zee.
Habitat en ecologie:
Sublitoraal en iets dieper water. De kleine hoefijzerworm boort in zachte kalksteen, zoals Vilvoordse kalksteen, of in schelpen. De dieren vangen voedseldeeltjes uit het water. Trilharen op de tentakels wekken een
waterstroom op waarmee kleine planktondeeltjes vervoerd en gevangen worden. Ze worden via een
slijmlaag op de tentakels naar de mondopening geleid.
Veel soorten van deze groep zijn hermafrodiet (zowel mannetje als vrouwtje). Eicellen worden soms al in de lichaamsholte bevrucht, maar meestal is de bevruchting uitwendig, vrij in het water. Er zijn waarnemingen van ongeslachtelijke voortplanting door deling en door regeneratie van verloren lichaamsdelen.
De pelagische larven van hoefijzerwormen zijn lang voor een aparte soort aangezien, die beschreven is onder de genusnaam Actinotrocha.
Literatuur:
Emig, C.C. (Ed) (2014): World Phoronida database. Geraadpleegd via http://www.marinespecies.org/phoronida op 2014-07-12.
Leewis, Rob (2002): Veldgids flora en fauna van de zee. Utrecht: KNNV. ISBN 90 5011 153 X.
www.soortenbank.nl, voor deze soort geraadpleegd op 2014-07-12.
Auteurs:
Wim Voortman
NadereInformatie:
De hoefijzerwormen vormen een aparte en strikt mariene diergroep (klasse Phoronida), verwant aan de mosdiertjes en brachiopoden. Er worden binnen de hoefijzerwormen twee geslachten onderscheiden, Phoronis en Phoronopsis, met resp. slechts 7 en 3 goed beschreven soorten. Sommige daarvan kunnen in zachte steen of schelpen boren.
Aphia ID:
128548
Gebied:
Nederland
Biotoop:
Zoutwater
Project:
MOO