|
|
Schepje
Philine quadripartita
Ascanius, 1772
Zoekbeeld
Mariene huisjesslak. Tot 28 mm, vaak kleiner. Glanzend wit, gedeeltelijk
doorschijnend. Uiterst dunschalig, met 2-3 snel toenemende
windingen, de laatste uitgegroeid tot een groot ‘oor’. Geen operculum.
Schelpoppervlak glad, alleen groeilijntjes. Het
dier kan zich niet in de schelp terugtrekken
en is
groter dan de schelp: gestrekt ruim 4 cm of
meer. Dier met groot kopschild, opzij twee lichaamsflappen,
achteraan plugvormig stuk
mantel. Lichaamskleur wit. In de maag drie verkalkte kauwplaten.
Noordzee schaars. Schelpen spoelen soms aan.
Te verwarren met
(Alleen juveniel): andere Philinidae.
Kenmerken
Afmetingen: Tot 28 mm. Vaak kleiner.
Schelpkleur: Glanzend wit, gedeeltelijk doorschijnend.
Schelpvorm: Uiterst dunschalig, met 2-3 snel toenemende
windingen, waarvan de laatste is uitgegroeid tot een groot ‘oor’ dat ver
boven de topwindingen uitsteekt. Geen operculum.
Sculptuur: Het schelpoppervlak is glad, met alleen groeilijntjes.
Dier: Het dier kan zich niet geheel in de schelp terugtrekken
en is aanzienlijk
groter dan de onder de mantel verborgen schelp. Gestrekt ruim 4 cm of meer. Dier met groot kopschild. Opzij twee lichaamsflappen (parapodiën), achteraan een plugvormig stuk
mantel. Lichaamskleur deels
doorschijnend wit. In de maag drie verkalkte kauwplaten.
Habitat en ecologie
Op slikkige
of zandige bodems, vanaf enkele meters
beneden de
laagwaterlijn tot diepten van ruim 500 m. Carnivore jagers. Met het
wigvormige kopschild ploegen ze door de bovenste zandlaag op zoek
naar voedsel, met name
foraminiferen, wormen, tweekleppigen en huisjesslakken, maar ook
het Zeeboontje Echinocyamus pusillus. De dieren zijn Hermafrodiet. Eieren gelegd in een
kluwenvormige
opgerolde spiraalband. De dieren
worden ten
minste 3-4 jaar.
Areaal en verspreiding
Vanaf
Noorwegen, het Kattegat, het Skagerrak, een deel
van de
Oostzee en het Noordzeegebied, langs de Atlantische kust van Groot-
Brittannië,
Frankrijk en het Iberisch Schiereiland tot in de hele Middellandse
Zee.
Daarnaast langs de Atlantische kusten van Afrika tot voorbij Zuid-Afrika
(Mozambique).
Noordzeegebied verder van de kust, nu en dan opgevist door vissers.
Op het strand: Lege schelpen spoelen nu en dan aan, soms nog vers en onverkleurd.
Literatuur
Code
Auteurs
[HR feb. 2014; IvL feb 2014]
Commentaar
Grafieken