Mariene tweekleppige. Tot 40 mm. Wit tot lichtgeel, opperhuid grijswit. Dunschalig, bol, bijna rond. Oppervlak vrij glad, met fijne, dicht opeenstaande concentrische lijntjes en enkele duidelijke groeilijnen. Mantelbocht zeer diep, tot boven het midden van de schelp reikend. Duidelijk
uitwendig ligament. Noordzee, verder van de kust. Zelden vers op het strand, soms fossiel.
Lees meer