Mariene tweekleppige. Tot 16 mm. Geel-oranje tot lichtpaars, opperhuid olijfgroen. Binnenkant paars, soms oranje. Langwerpig-driehoekige schelp. Top niet in het midden, achterkant spits afgeknot. Oppervlak
met fijne, uit de top stralende groeven, gekruist door groeilijnen (traliewerk). Onderrand
gekarteld. Mantelbocht
diep. In wisselende aantallen in de Noordzee, zowel ondiep als dieper. In sommige jaren veel levend en vers op het strand aanspoelend.
Lees meer