Mariene
huisjesslak. Tot 12 mm. Schelpkleur: verreweg de meeste
exemplaren zijn helder citroengeel. Daarnaast soms oranje, bruine en (zelden) olijfgroene exemplaren, evenals geblokte en gestreepte. Dikschalig met 5-6 afgevlakte windingen, waarvan de laatste de
voorgaande vrijwel volledig insluit. De top is nog vlakker dan bij de Stompe alikruik,
maar steekt zelden of nooit boven de zeer
vlakke bovenzijde van de beginwindingen uit. Schelpoppervlak glad of licht gegroefd. Geen navel. Operculum eivormig, hoornachtig. Lichaamskleur dier meestal egaal en net als
de schelpkleur. Sublitoraal en bovenste litoraal, op gezaagde zee-eik Fucus serratus.
Lees meer