Krab. Mariene soort. Rugschild tot 5,4 cm. Rood tot donker roodbruin. Schild ongeveer driehoekig. Achter de ogen een zijdelings uitstekende tand. Op ongeveer een derde zit een insnoering, waardoor onder de ogen een soort wangetjes ontstaan. Schaarpoten even lang of langer dan het eerste paar looppoten,
bij mannetjes forser. Looppoten bedekt met
stugge haren. Enkele keren gemeld uit de Oosterschelde.
Lees meer