Mariene tweekleppige. Tot 13 mm. Geelwit tot bruin, opperhuid groengeel. Stevige, scheef-driehoekige, schelp. Vanuit de top naar de beneden-achterrand loopt een
scherpe plooi. 20-22 platte ribben met
ovale schubjes of knobbeltjes. De ribben zijn breder dan de
tussenruimten. Leeft vermoedelijk niet (meer) in Nederland. Mogelijk vroeger in het Kanaal door Walcheren. Spoelt wel regelmatig fossiel aan.
Lees meer