Mariene tweekleppige. Tot 65 mm. Paarsbruin tot kastanjebruin, binnenzijde paarslila. Opperhuid
bruingrijs, uitlopend in lange, geelbruine, vezelige haren die naar achteren toenemen. Driehoekige schelp, de achterrand gaat
met een hoek in de onderrand over. Oppervlak met onregelmatige groeilijnen. Zelden in de Nederlandse Noordzee.
Lees meer