Mariene
huisjesslak: Tot 4 mm (in kruipende toestand tot 6 mm).
Licht glimmend of dof
kalkwit. Dunwandig, cilindrisch, min of meer ovaal. Top verzonken in de
schelp. De mondrand steekt slechts weinig boven de rest
van de schelp uit. Schelpoppervlak bij
vergroting met fijne spiraalgroefjes. Geen operculum. De slak kan zich geheel
binnen de schelp terugtrekken. Noordzee, zeldzaam. Ver van de kust. Niet op het strand.
Lees meer