Mariene huisjesslak. Tot 7 mm. Geelwit met een geelbruine opperhuid. Soms met roestbruine aanslag.
Cilindervormig huisje, 5-6 vlakke windingen. Laatste winding veel groter, sluit de voorgaande in. Top steekt nauwelijks boven de schelp uit. Mondopening langwerpig, ca 90% van de totale schelphoogte. Geen navel, geen operculum. Oppervlak glad met alleen groeilijnen.
Dier met een breed kopschild. Kruipt net onder oppervlak van slikbodems. Zeeland en Waddengebied, vrij algemeen.
Lees meer