Zeevis. Mannetjes tot 25 cm, vrouwtjes tot 12 cm. Geel-
tot groenbruin met een lichtrode tint. Mannetjes met
een blauwgroene tekening en strepen op kop en rugvin. Zwarte vlek achter het oog en op de
staartwortel. Vrouwtjes kleiner, geelbruin. Lichaam hoog, spitse snuit, één van tot 17 stekels voorziene lange rugvin met duidelijke vinstralen (vlagstaart, borst- en anaalvinnen idem). Nu en dan in de Oosterschelde. Bouwt nestjes die door het mannetje verdedigd worden.
Lees meer