Zeenaaktslak. Tot 32 mm. Transparant wit
of gelig, met langs de gehele mantelrand karakteristieke brede geelgekleurde (soms
helderwitte) klieren. Het brede mantelschild bedekt de hele rug. Rug bedekt met kleine wratachtige tuberkels. Rhinoforen met op de bovenste helft lamellen, in een ondiepe
schede met gegolfde rand. De relatief kleine kieuwkrans heeft 5-7 drievoudig geveerde kieuwen. De eisnoeren vormen
een witte spiraal. Vermoedelijk niet meer in Nederland. Kan mogelijk terugkomen door opkomst Weke slijmspons.
Lees meer