Mariene vissoort (zeevis). 17-20 cm (tot 30 cm). Donkerbruine rug en een lichte buik. Langgerekt, glad lichaam. Kop minder dan 1/5 deel van het lichaam, met daarop vooraan vijf tastdraden: één aan de kin, twee op de bovenlip en twee bij de neusgaten. Meunen hebben twee rugvinnen, de voorste heeft één stekeltje en een kort rijtje in een groeve gelegen vinstraaltjes, de achterste is lang en loopt door tot aan de staart, evenals de anaalvin. Leeft in vrij ondiep water, onder wier en tussen stenen. In het Nederlandse kustgebied vrij algemeen.
Lees meer