Mariene huisjesslak. Tot 17 mm. Meestal olijfgroen of donkerbruin. Soms geel of met kleurbanden of geblokt. De
mondrand heeft vaak een paarslila zweem.
Dikschalig, 5-6 iets gezwollen, vrijwel gladde windingen, top en eerste
windingen steken weinig boven de
lichaamswinding uit. Geen navel. Operculum dun, hoornachtig. Leeft tussen bruinwieren in het litoraal en bovenste sublitoraal. Algemeen in Zeeland, iets minder in het Waddengebied.
Lees meer