Sterk afgeplat, ruitvormig lichaam, met twee zeer grote, aan de kop vergroeide, duidelijk hoekige borstvinnen. De dieren hebben een lange puntig toelopende staart. Bij vrouwtjes verloopt de opstaande rand van de lichaamsschijf zwak golvend, bij mannetjes is dit sterker. De gemiddelde afmeting is 60 cm (maximaal 80 cm). De rug is geelbruin of zandbruin, met veel ronde of iets ovale, kleine zwarte stippen, die op de borstvinnen ringvormig geplaatst zijn en aan weerszijden van de rug, op de borstvinnen rondom twee wat lichte vlekken twee 'oogvlekken' vormen. Ook elders kunnen wat lichtere vlekken in het patroon voorkomen. De staart heeft vaak eveneens hier en daar lichtere delen. Het vlekkenpatroon aan de bovenzijde loopt niet door tot de uiteinden van de vinnen, maar laat een ongevlekte band vrij. Ook de snuitzijde is meestal niet of nauwelijks gevlekt. De buik is grijswit. De uiteinden van de vinnen zijn vaak wat donkerder grijswit, evenals aan de onderzijde van de snuit. De snuit is kort en vrij spits. Aan de buikzijde zitten de mond, neusgaten en vijf paar kieuwspleten. De ogen zitten aan de bovenzijde, voor op de kop, evenals de spuitgaten (spiraculi). De rugvinnen op de staart zijn afgerond en staan dicht bij elkaar, ertussen zitten een of twee stekels. Een staartvin ontbreekt of is miniem. De buikvinnen liggen tegen de staartbasis aan. Tot de buikvinnen horen ook twee vrij smalle, puntige, lobvormige uitsteeksels. Jonge dieren hebben kleine stekels langs de opstaande rand van de lichaamsschijf, die doorlopen tot iets achter de ogen. Los daarvan zitten bij de ogen stekeltjes, evenals op de snuit. De rest van het lichaam is vrij van stekels, behalve op de middellijn, waar tot de eerste rugvin een rij van 20-50 doornachtige stekels staat. Jonge vissen kunnen ook langs de zijkanten van de staart rijen stekeltjes hebben. Hier en daar kunnen ook gepaarde stekels staan. Nadere kenmerken: In de bovenkaak staan 38–60 rijen tanden. Bij mannetjes zijn de tanden scherper dan bij vrouwtjes en jongen.
Ecologie (Ingekort verspr.A)
Noordoost-Atlantische kust, vanaf de Oostzee en de Shetland-eilanden via de verdere Britse kusten (zeldzamer aan de oostkust), de Noordzee en de Atlantische kusten van Frankrijk en het Iberisch schiereiland, tot Mauretanië en het westelijk en middendeel van de Middellandse Zee tot Tunesië en Griekenland. Ook gemeld uit de Zwarte Zee. Langs de Nederlandse kust zeldzaam.
Bescherming:
Stond in 2004 nog niet op de Nederlandse Rode Lijst. In 2015 opgenomen in de categorie 'Ernstig bedreigd'. Niet als bedreigd op de internationale Rode Lijst van de IUCN. Geen vermelding met minimummaat in de Visserijwet. Voor vissers geldt geen terugzetverplichting.
Lees meer