Tweekleppige
uit zoet water. Exoot/ingevoerde soort. Tot ca. 35 mm
(vaak wat kleiner). Geelwit tot
donkerbruin, al dan niet met kleurstrepen of banden, zelden zigzagstrepen zoals
bij de Driehoeksmossel. Opperhuid bruinzwart. Vrij stevige, afgeronde, ietwat driehoekige schelp,
met de top aan de voorzijde. Onderrand vaak naar binnen gebogen. Schelphelften
verschillende in hoogte. Geen lepelvormig uitsteeksel onder het septum aan de
binnenzijde. De dieren hebben een zeer korte instroomsifo.
Lees meer