Mariene tweekleppige. Tot 50 mm. Wit, met een geelgrijze opperhuid. Dunschalige, langwerpig-ovale schelp. Bovenrand gedeeltelijk omgeslagen naar binnen, onder de top een tandvormig uitsteeksel. Horizontale ribben, gekruist door verticale (traliewerksculptuur), met op de kruispunten schubvormige stekels. Bij
doubletten ligt tussen de omgeslagen bovenranden een derde (accesorisch)
schelpstuk. Leeft ingeboord in hout en veen in de hele Noordzee, maar vooral in het kustgebied. Spoelt regelmatig aan in veen.
Lees meer