Mosdiertje. Korstvormende kolonie. Mariene soort. Kolonies vormen kantachtige witte of lichtgrijze korsten op bruinwieren en zijn flexibel. Individuen zijn rechthoekig van vorm en 0.42 bij 0.13 mm groot. Ieder individu (zoïde) heeft verkalkte wanden, de ventrale zijde is onverkalkt en zorgt voor flexibiliteit. Er bevind zich een stompe stekel op iedere hoek, die niet verkalkt is. Er kunnen zogenaamde torenzoïden aanwezig zijn, daarbij is het aan de bovenzijde liggende membraan omhoog gericht als een buis.
Lees meer