Search

EasyDNNNews

Noordelijke knuppelslak

Zeenaaktslak. Tot 15 mm, vaak kleiner. Transparant tot wit met oranjebruine vlekjes. Rhinoforen  halverwege met bruine band. Papilinhoud groen of bruin, aan de top wit tot blauw iriserend. Vertakkingen middendarmklier in het lichaam in zigzag-vorm, in dezelfde kleur als de papilinhoud. Kleine soort met 2-3 papillen in groepjes, of deels solitair. Rugpapillen gezwollen, soms ingedeukt of in het midden verdikt. Rhinoforen langer dan koptentakels. Eikapsels half- tot cirkel-vormig. Waddenzee, Zeeland, ook in brak water. Lees meer

Groene wierslak

Zeenaaktslak. Tot 70 mm, vaak kleiner. Groen, rood of gelei-wit, met blauwe/rode puntjes. Basiskleur veroorzaakt door het voedsel; de 'bladgroenkorrels' worden ingebouwd in de lichaamscellen van de slak. Langgerekte dieren met twee over de rug gevouwen zijwaartse 'vleugels'. Kop met buisvormig opgerolde reuksprieten. Eieren geelachtig, gelegd op wier in een rond of ovaal spriraalvormig lint. Lees meer

Boompjesslak

Zeenaaktslak. Tot 40-50 mm (max. 100 mm). Geelwit met rode of bruine marmering, soms kleurloos. Lichaam slank, van opzij hoger dan breed. Op de kop en rug  vertakte uitsteeksels. Ook de dwars gelamelleerde rhinoforen zijn in een boompje opgenomen. Eieren als slordig gekronkeld snoer, afgezet in hydropoliepen. Op Tubularia fouragerende dieren zijn rood gemarmerd en groter dan dieren die op Sertularia fourageren.

Lees meer

Gorgelpijp-knotsslak

Zeenaaktslak. Tot 20 mm. Het lichaam is tamelijk plomp, met afgeronde voethoeken. De rhinoforen zijn langer dan de koptentakels. De papillen zijn in schuine dwarsrijen gerangschikt, tot 7 per halve rij. De rangschikking in rijen is niet altijd duidelijk te zien. Lees meer

Roodgevlekte kroonslak

Zeenaaktslak. Tot 15 mm. Lichaam wit tot lichtgeel, met karmozijnrode tot bruine vlekken en een karakteristieke rode vlek aan de binnenzijde onderaan de papillen. Vertakkingen middendarmklier in de papillen wit, lichtbruin of roze. Meeste tuberkeltoppen vaak ook met rode pigmentvlek. Rhinoforen glad en intrekbaar in een schede. Aan de zijkanten van de rug twee rijen met 5-8 gepaarde papillen, met daarop wrachtachtige tuberkels. De rugzijde van de staart kaal. Eisnoeren vormen een wit, 3 mm hoog, plat in harmonicavorm gevouwen lint. Waddengebied, Noordzeekust, Zeeland. Vooral algemen in centraal en westelijk deel Oosterschelde. Lees meer
RSS
Eerste226227228229231233234235Laatste

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

  • Inventarisaties
  • Beheeradviezen 
  • Monitoring
  • Exoten

Mariene soorten en ecologie

  • Educatie
  • Artikelen
  • Exoten

 

 

Steun ANEMOON

  • Met een donatie
  • Met waarnemingen
  • Met foto's 
  • Met locatie-omschrijvingen
  • Met maken van artikelen
  • Met organiseren activiteiten

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

 

 

Back To Top