Zeewier. Bruinwier. Tot enkele tientallen cm lang. Olijfgroen tot lichtbruin. Met
regelmatige, dichotome vertakkingen die vrijwel meteen vanuit de discusvormige
hechtschijf ontspringen. Duidelijke middenrib, vaak met een karakteristieke
twist. De voortplantingsorganen zijn gezwollen en hebben een smal randje. Leeft op hard
substraat in het bovenste deel van het intergetijdengebied, voornamelijk op beschutte
kusten/dijken. De betreffende zone ligt vlak onder de
zone met Groefwier, maar boven de Blaaswier- en Knotswierzone.
Lees meer