Mariene tweekleppige. Tot 60 mm. Grijs tot lichtgeel. Opperhuid lichtbruin, vaakalleen langs de randen. Vrij dunschalige, zeer platte rond-ovale schelp. Nauwelijks
gapend. Sculptuur van een groot aantal onregelmatige concentrische ribben en groeilijnen. Heterodont, met een grote driehoekige resiliumgroeve met daarin een resiliumprop en ook een kleine uitwendige slotband. Mantellijn met zeer wijde, ovale bocht. Dier met lange gescheiden sifonen. Leeft ingegraven in slik en kleibodems. Zeeland en Waddengebied, algemeen.
Lees meer