Groenwier.
In vroeger tijden gebruikte men de naam 'Zeesla' voor alle grote, minstens twee
vingers brede 'flappen' zeer dun groenwier. Dat gold zowel voor die uit
slikgebieden als groeiend op strekdammen en op het strand aangespoeld. Voor de niet
platte en brede, maar frommelig buisvormige, vaak wat slijmerig aanvoelende dunne
of dikkere groenwieren werd de term 'darmwier' gebruikt. Tegenwoordig is voor
het onderscheid tussen de - vele - groenwieren uit het genus
Ulva en de darmachtige wieren die vroeger
o.a. in het geslacht
Enteromorpha
waren geplaatst, een microscoop nodig. Zeesla-achtige
Ulva-soorten zijn bladvormig, waarbij het
blad twee cellagen dik is, darmwier-achtige
Ulva-soorten
zijn buisvormig, waarbij elke buiswand één cellaag dik is.
Enteromorpha als genusnaam wordt niet meer gebruikt, de naam
'darmwier' blijft nu beperkt tot het 'Echte darmwier' Ulva intestinalis.
Deze
pagina gaat verder uitsluitend over de 'echte' Zeesla-soort
Ulva lactuca, waarvan inmiddels meerdere
soorten zijn afgescheiden. Dit wier vormt
tot een meter lange en een halve meter brede (tot 70 cm) papierdunne bladen.
Lees meer