Centrale Oestergronden

Gebiedsbeschrijving

Centrale oestergronden zijn een diepe kom van 40 tot 50 meter diep gelegen ten zuiden van de doggersbank. Een stijle flank loopt op naar het ten zuiden van de oestergronden gelegen kustgebied dat een diepte van ongeveer 30 meter heeft. De overgang wordt gevormd door het Friese Front.

De stroomsnelheid op de Oestergronden is laag wat zorgt voor veel bezinking van materiaal. De bodem is dan ook slibrijk. In de periode van mei tot oktober ontstaat een bijzondere situatie. Het warme, algenrijke oppervlakte water met een maximum van 20°C ligt dan boven op een koude laag van ongeveer 12°C zonder dat beide lagen mengen. Deze thermocline blijft aanwezig tot de herfststormen het water voldoende in beroering brengen om menging mogelijk te maken.

In de zomer komen er veel Noorse stormvogels en in de winter zijn het vooral

drieteenmeeuwen

, alken en zeekoeten die dit gebied bezoeken.

In het verleden, en daaraan dankt dit gebied zijn naam, kwamen er veel oesters voor. De oesterbanken zijn tussen 1880 en 1926 verdwenen door visserij en ziekten. Het leven op de oestergronden is niet rijk, maar wel heel divers. Zo komen er zeldzame soorten voor als de zwarte streepschelp, zandschelp en de bolle papierschelp, maar ook langlevende dieren als de noordkromp. Verder treffen we er het burchtkreeftje en de perkamentworm aan. Naast deze dieren vinden we er ook: Glanzende dunschaal, Noordkromp, Wulk, Valse oubliehoren, 'Zeekomkommerschelpje', Wit muntschelpje, Doorschijnend spiraalhorentje, Stippelschelpje, Zwarte streepschelp, Afgeknotte gaper, Zandschelp, Bolle papierschelp, Golfschelpje, Penhoren, Korfschelp

Het hele blauwe gebied op de kaart wordt aangeduid als "Oestergronden". De rode lijnen op de kaart geven de globale grenzen weer van het gebied "Centrale Oestergronden". Dit gebied is niet aangemeld als Natura 2000-gebied. Hoewel het bodemleven er bijzonder rijk is, voldoet het gebied niet aan de criteria van de Habitatrichtlijn. Dat komt omdat er niet zo veel mariene habitattypen in de Habitatrichtlijn zijn uitgewerkt. De Nederlandse regering heeft het gebied wel aangemerkt als zoekgebied voor te nemen ruimtelijke beschermingsmaatregelen, gericht op de bodemberoerende visserij.

Kenmerkende soorten

• witte dunschaal
• zwarte streepschelp
• zandschelp
• bolle papierschelp
• noordkromp
• noordhoren