Search
 
Soorten
 
 
1
Page size:
 3 items in 1 pages
ZoekbeeldKenmerken
               
1
Page size:
 3 items in 1 pages
Dwerg-pijlinktvis
Alloteuthis subulata

Dwerg-pijlinktvis
Alloteuthis subulata

Tienarmige inktvis. Mariene soort. Mannetjes tot 20, vrouwtjes tot 17 cm. Lichaamskleur vuilwit tot bruinrood met regelmatig verdeelde chromatoforen. Lichaam slank pijlvormig. Vangarmen met twee rijen zuignapjes. Op de lepels van de tentakels vier rijen zeer kleine zuignapjes. Vinnen beginnend op ca. een derde van de mantellengte. Inwendig gelegen gladius (schelp/rugschild) veervormig, alleen bestaand uit chitine zonder kalk. Schelpkleur: deels doorschijnend bruingeel.
Main Image
 
Alloteuthis subulata Tienarmige inktvis. Mariene soort. Mannetjes tot 20, vrouwtjes tot 17 cm. Lichaamskleur vuilwit tot bruinrood met regelmatig verdeelde chromatoforen. Lichaam slank pijlvormig. Vangarmen met twee rijen zuignapjes. Op de lepels van de tentakels vier rijen zeer kleine zuignapjes. Vinnen beginnend op ca. een derde van de mantellengte. Inwendig gelegen gladius (schelp/rugschild) veervormig, alleen bestaand uit chitine zonder kalk. Schelpkleur: deels doorschijnend bruingeel.

Afmetingen: Mantellengte bij mannetjes tot 14, bij vrouwtjes tot 12 cm. Lengte hele dier: tot 20 (man)  tot 17 cm (vrouw)
Lichaamskleur: Variërend van vuilwit tot bruinrood, de typischekleurschakeringen van een kustbewoner die zich goed aan de achtergrond kanaanpassen. De vele kleine en grote chromatoforen zijn zeer regelmatig over hetlichaam verdeeld.
Lichaamsvorm: Het lichaam is slank pijlvormig, uitlopend in een punt. Bij het mannetje is die zeer scherp. De mantelrand steekt aan de rugzijde in een afgeronde punt naar voren over de verbinding met de kop, maar is niet met de kop vergroeid.
Armen: Op de vangarmen twee rijen zuignapjes. De lepels aan de uiteinden van de langere tentakels zijn maar weinig breder dan de tentakels en hebben vier rijen zeer kleine zuignapjes. Bij het mannetje is de vierde arm linksgehectocotyliseerd, vooral de top is omgevormd om de spermatoforen over te brengen.
Vinnen: De vinnen zijn, op de rug gezien, hartvormig en beginnen op ongeveer een derde van de mantellengte, gerekend vanaf de mantelrand. 

Schelp (rugschild): De inwendig gelegen gladius is slank, veervormig en bestaat uit chitine zonder kalk. Hij beslaat de totale dorsale mantellengte. De schelpkleur is deels doorschijnend licht- tot bruingeel.

 

Van de Shetland-Eilanden tot in de Middellandse Zee. Alleen dicht langs de kust. Het is in de Noordzee de meest voorkomende inktvissoort. In Nederland wordt de soort tot vlak voor de kust waargenomen, met name in het Waddengebied en de Zeeuwse wateren. In de Oosterschelde vooral waargenomen in de maanden mei, juni en juli.

Op het strand: Zelden spoelen levende dieren aan. De eieren zijn nu en dan te vinden, de schelp (rugschild) slechts bij hoge uitzondering.

Pelagische leefwijze. Bewoner van ondiepe kustwateren, leeft vlak boven de bodem. Trekt in het voorjaar naar de kust om eieren af te zetten, waarna de volwassen dieren sterven. Jonge dieren trekken bij dalende watertemperatuur in het najaar langs de kust naar het diepere en dan nog warmere water in het midden van de Noordzee. Het voedsel bestaat uit kleine vis en garnalen. De dieren zijn van gescheiden geslacht. Paaitijd langs de Nederlandse kust in voorjaar en zomer. De 2 mm grote eieren liggen ingekapseld in een aantal gelatineachtige, ongekleurde en meestal doorzichtige strengen van 10 cm, die in trosjes, met een steeltje op wier of ander substraat worden vastgemaakt.

 153131NederlandZoutwaterMOO
Grote pijlinktvis
Todarodes sagittatus

Grote pijlinktvis
Todarodes sagittatus

Tienarmige inktvis. Mariene soort. Dier tot 120 cm. Rugzijde donker roodbruin, paars of oranje, buikzijde bleker. Groot, slank pijlvormig dier. Vangarmen met twee rijen zuignappen. Lange smalle lepel aan het eind van de tentakels met vier rijen zuignappen, de twee buitenste rijen zijn weinig ontwikkeld. De beide vinnen beginnen op 3/5 van de mantelrand en vormen een duidelijke hoekige pijl. Spoelt af toe aan op het strand.
Main Image
 
Todarodes sagittatus Tienarmige inktvis. Mariene soort. Dier tot 120 cm. Rugzijde donker roodbruin, paars of oranje, buikzijde bleker. Groot, slank pijlvormig dier. Vangarmen met twee rijen zuignappen. Lange smalle lepel aan het eind van de tentakels met vier rijen zuignappen, de twee buitenste rijen zijn weinig ontwikkeld. De beide vinnen beginnen op 3/5 van de mantelrand en vormen een duidelijke hoekige pijl. Spoelt af toe aan op het strand.

Afmetingen: Dorsale mantellengte tot 65 cm, hele dier tot 120 cm.
Lichaamskleur: De rugzijde (dorsaal) van het dier is donker roodbruin, de buikzijde (ventraal) bleek roodbruin.
Lichaamsvorm: Lang slank pijlvormig dier, verhouding lengte-breedte ongeveer 5:1.
Armen: Op de vangarmen staan twee rijen zuignappen. Op de lange smalle lepel aan het eind van de tentakels staan vier rijen zuignappen, waarvan de twee buitenrijen nauwelijks zijn ontwikkeld. Op de top van de lepel staan vier rijen zeer kleine zuignapjes.
Vinnen: De beide vinnen vormen min of meer een rechthoek, die op 3/5 van de mantelrand begint en eindigt in een hoek van 90o.

Schelp: Zie de betreffende pagina over de gladius van de Grote pijlinktvis.

Spoelt de laatste jaren vaker aan.Oost-Atlantische wateren, van Kaap de Goede Hoop, Azoren, IJsland tot Nova Zembla en de Middellandse Zee. Gezien de vele waarnemingen en vangsten foerageert de Grote pijlinktvis in de Nederlandse wateren en kan de soort zeker tot de Nederlandse fauna worden gerekend. Trends De soort is vóór 1985 veel vaker waargenomen en op het strand aangespoeld dan in de periode vanaf 1985. Aangezien de waarnemersinspanning op het strand alleen maar is toegenomen, mag worden verondersteld dat er inderdaad sprake is geweest van een afname. De laatste jaren neemt het aantal waarnemingen op het strand weer opvallend toe en spoelen met name op de Waddeneilanden weer vaker dieren aan.Pelagische soort, die tot op grote diepte leeft. De dieren leven in een dag-nachtritme: overdag verblijven ze in diep water en ’s nachts aan het oppervlak om te jagen.Als voedsel staat onder andere kleine Haring op het menu. Voortplanting: de dieren zijn van gescheiden geslacht. De paaitijd valt vooral in het vroege voorjaar. Aangespoelde eieren zijn niet van de Nederlandse kust bekend. Gezien de verafgelegen paaiplaatsen is de kans zeer klein.In de noordoostelijke Atlantische wateren trekt de Grote pijlinktvis in de winter en het vroege voorjaar in grote scholen naar baaien en fjorden in Ierland, Noord-Schotland en Noorwegen. Deze trek loopt, gezien de meldingen van vangsten op het NCP en de regelmatige strandingen, ook deels door de Nederlandse kustwateren. Een andere mogelijkheid is dat het om dieren gaat die in de winter of het vroege voorjaar langs de Zuid-Ierse kust hebben gepaaid en afgeleefd met de zeestromingen door Het Kanaal in de Noordzee terecht zijn gekomen. Het zijn altijd grote dieren die aanspoelen.140624NederlandZoutwaterSMP
Rugschild Grote pijlinktvis
Todarodes sagittatus

Rugschild Grote pijlinktvis
Todarodes sagittatus

Tienarmige inktvis. Mariene soort. Inwendig gelegen gladius. Tot ca. 65 cm lang. Zeer dun, lang, uit plasticachtige chitine bestaande 'pijl', die na droging snel opkrult en verbrokkelt. Aan het uiteinde een lancetvormig puntje. Spoelt zelden of nooit aan, wel nog aanwezig in aangespoelde dieren (uitprepareren).
Main Image
 
Todarodes sagittatus Tienarmige inktvis. Mariene soort. Inwendig gelegen gladius. Tot ca. 65 cm lang. Zeer dun, lang, uit plasticachtige chitine bestaande 'pijl', die na droging snel opkrult en verbrokkelt. Aan het uiteinde een lancetvormig puntje. Spoelt zelden of nooit aan, wel nog aanwezig in aangespoelde dieren (uitprepareren).

De inwendig gelegen gladius bestaat uit chitine en is zeer dun en lang en speervormig, met aan het uiteinde een lancetvormig puntje. De gladius beslaat de hele dorsale mantellengte van het dier en kan tot ca. 65 cm lang worden.

 Zie voor areaal en verspreiding de betreffende pagina van het hele dier van de Grote pijlinktvis.

Er zijn geen zekere vondsten bekend van een los op het strand aangespoelde gladius. Vermoedelijk worden deze niet herkend en vervallen ze, gezien de hoge breekbaarheid indien droog, zeer snel. De schelp is wel uit te prepareren uit op het strand aangespoelde dieren.
Zie voor habitat en ecologie de betreffende pagina van het hele dier van de Grote pijlinktvis

 140624NederlandZoutwaterSMP
  • NoFilter
  • Contains
  • DoesNotContain
  • StartsWith
  • EndsWith
  • EqualTo
  • NotEqualTo
  • GreaterThan
  • LessThan
  • GreaterThanOrEqualTo
  • LessThanOrEqualTo
  • Between
  • NotBetween
  • IsEmpty
  • NotIsEmpty
  • IsNull
  • NotIsNull
  • Custom
 
   

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

  • Inventarisaties
  • Beheeradviezen 
  • Monitoring
  • Exoten

Mariene soorten en ecologie

  • Educatie
  • Artikelen
  • Exoten

 

 

Steun ANEMOON

  • Met een donatie
  • Met waarnemingen
  • Met foto's 
  • Met locatie-omschrijvingen
  • Met maken van artikelen
  • Met organiseren activiteiten

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

 

 

Back To Top