Search
 
Soorten
 
 
1
Page size:
 2 items in 1 pages
ZoekbeeldKenmerken
               
1
Page size:
 2 items in 1 pages
Noordelijke knuppelslak
Eubranchus rupium

Noordelijke knuppelslak
Eubranchus rupium

Zeenaaktslak. Tot 15 mm, vaak kleiner. Transparant tot wit met oranjebruine vlekjes. Rhinoforen  halverwege met bruine band. Papilinhoud groen of bruin, aan de top wit tot blauw iriserend. Vertakkingen middendarmklier in het lichaam in zigzag-vorm, in dezelfde kleur als de papilinhoud. Kleine soort met 2-3 papillen in groepjes, of deels solitair. Rugpapillen gezwollen, soms ingedeukt of in het midden verdikt. Rhinoforen langer dan koptentakels. Eikapsels half- tot cirkel-vormig. Waddenzee, Zeeland, ook in brak water.
Main Image
 
Eubranchus rupium Zeenaaktslak. Tot 15 mm, vaak kleiner. Transparant tot wit met oranjebruine vlekjes. Rhinoforen  halverwege met bruine band. Papilinhoud groen of bruin, aan de top wit tot blauw iriserend. Vertakkingen middendarmklier in het lichaam in zigzag-vorm, in dezelfde kleur als de papilinhoud. Kleine soort met 2-3 papillen in groepjes, of deels solitair. Rugpapillen gezwollen, soms ingedeukt of in het midden verdikt. Rhinoforen langer dan koptentakels. Eikapsels half- tot cirkel-vormig. Waddenzee, Zeeland, ook in brak water.

Afmetingen: Maximaal 15 mm, meestal veel kleiner.
Kleur:
Transparant tot witachtig, met oranje of bruine vlekjes. De rhinoforen hebben halverwege de top een bruine band. Papillen met een groene of bruine inhoud, aan de top vaak met wit tot blauw iriserende pigmentering. De middendarmklier-vertakkingen zijn in het lichaam als een zigzag-vorm zichtbaar, ongeveer in dezelfde kleur als de papil inhoud.
Vorm: Een kleine soort met papillen in kleine groepjes van 2-3, of gedeeltelijk afzonderlijk. De rugpapillen zijn gezwollen, soms ingedeukt of met een verdikking in het midden. De papilinhoud heeft een korrelige struktuur. De reuksprieten (rhinoforen) zijn langer dan de koptentakels. Voorrand van de voet heeft afgeronde hoeken.

Eieren: De eikapsels zijn half- tot bijna geheel cirkel-vormig en worden afgezet tussen hydropoliepen. 

 

Noordelijke soort, onder andere bekend van Groenland, IJsland, Noorwegen, Zweden en Denemarken, maar niet van de Britse Eilanden. In Europa vormt de Zeeuwse Delta de zuidelijke verspreidingsgrens. In Nederland vooral bekend van de Waddenzee, verder uit de Noordzee (scheepswrakken) en het Grevelingenmeer. Minder algemeen in de Oosterschelde. De soort is ook gevonden in brak water (onder andere in het Veerse Meer en sinds 2012 ook in het Noordzeekanaal). Nog niet gemeld uit de Westerschelde.

Vrijwel overal waar de Fijnvertakte hydropoliep Laomedea longissima groeit. Meestal op hard substraat, maar soms ook op mosselbanken en op schelpen in geultjes op het wad. Vanaf het litoraal tot in het sublitoraal en dieper. Ook in brak water.  Het voedsel bestaat voornamelijk uit de fijnvertakte hydropoliep Lange zeedraad Obelia longissima.
Recent bleek dat de soort ook foerageert op de Berenvachtpoliep Garveia franciscana. De dieren worden bijna uitsluitend waargenomen in de eerste helft van het jaar (januari-juli). Vooral na strenge winters soms massaal. Hermafrodiet. De eisnoeren bestaan uit een gelatineuze dikke ronde draad en worden in een hoefijzer- of cirkelvormige massa afgezet op het voedsel. Ze zijn in de Nederlandse wateren met name in de late winter tot in de lente te vinden.
De slakken worden bijna uitsluitend in het voorjaar (februari-juni) gezien. Vooral na stenge winters kan deze soort massaal voorkomen.139770NederlandZoutwaterMOO|ANM
Slanke knotsslak
Tergipes tergipes

Slanke knotsslak
Tergipes tergipes

Zeenaaktslak. Tot 8 mm. Lichaam kleurloos transparant tot wit, papillen met een licht- tot donkerbruine inhoud. Middendarmklier bruin. Op de kop en rond de tentakels en rhinoforen vaak roodachtig. Kleine, slanke slak met afgeronde voetpunten en weinig papillen op de rug. De zigzagvormige middendarmklier in het lichaam is duidelijk zichtbaar. Papillen afzonderlijk geplaatst, knotsvormig.Eikapsels in de vorm van een kleine, gelatineuze, bol met witte eitjes. Algemeen langs de hele kust.
Main Image
 
Tergipes tergipes Zeenaaktslak. Tot 8 mm. Lichaam kleurloos transparant tot wit, papillen met een licht- tot donkerbruine inhoud. Middendarmklier bruin. Op de kop en rond de tentakels en rhinoforen vaak roodachtig. Kleine, slanke slak met afgeronde voetpunten en weinig papillen op de rug. De zigzagvormige middendarmklier in het lichaam is duidelijk zichtbaar. Papillen afzonderlijk geplaatst, knotsvormig.Eikapsels in de vorm van een kleine, gelatineuze, bol met witte eitjes. Algemeen langs de hele kust.

Afmetingen: Lengte tot 8 mm.
Kleur: Lichaam kleurloos transparant tot wit, papillen met een licht- tot donkerbruine inhoud. De zigzag gewijs lopende middendarmklier op de rug is bruin van kleur. Op de kop en rond de tentakels en rhino-phoriën, vooral bij grotere exemplaren, is vaak een roodachtige kleur aanwezig.
Vorm: Een kleine, slanke zeenaaktslak met afgeronde voetpunten en weinig papillen op de rug. De middendarmklier in het lichaam is duidelijk zigzaggewijs zichtbaar. Elke tak leidt tot een afzonderlijk geplaatste, knotsvormige papil.

Eieren: De eikapsels hebben de vorm van een kleine, gelatineuze, bijna ronde bol met daarin de zich ontwikkelende witte eitjes. Ze worden in kolonies hydropoliepen afgezet. Deze karakteristieke eikapsels verraden vaak de aanwezigheid.

Met de aanleg van de Afsluitdijk (1932) verdween een belangrijk stuk biotoop. Verder is geen duidelijke trend waarneembaar.Een wijdverbreide soort, voorkomend langs de gehele West-Europese kust, van IJsland en Noorwegen tot in de Middellandse Zee. Elders ook  van Brazilië tot Noord-Amerika. Uit Nederland bekend uit het Waddengebied, de open Noordzee en uit Zeeland (Ooster- en Westerschelde, Grevelingenmeer, Veerse Meer). Vaak zeer algemeen. Hoewel vanwege de geringe afmetingen soms lastig te ontdekken, is dit een van de meest voorkomende zeenaaktslakken in de Zeeuwse Delta en Waddenzee. De trefkans is het hoogst in het Grevelingenmeer.  Komt overal in zee en in de estuaria voor waar kleine hydropoliepen aanwezig zijn. Behalve op steenglooiingen, leeft de soort in havens, op boeien, meerpalen, mosselbanken en zelfs op sifonen van Strandgapers op het wad. De soort is aangetroffen van iets boven de laagwaterlijn tot diepten van ca 20 meter. Het voedsel bestaat uit fijn vertakte hydropoliepen zoals Laomedea, Hartlaubella en ObeliaSlakken met eieren zijn gevonden van maart tot november, midwinterwaarnemingen zijn zeldzaam. De grootste aantallen worden van april tot juni gezien.141641NederlandZoutwaterMOO|ANM
  • NoFilter
  • Contains
  • DoesNotContain
  • StartsWith
  • EndsWith
  • EqualTo
  • NotEqualTo
  • GreaterThan
  • LessThan
  • GreaterThanOrEqualTo
  • LessThanOrEqualTo
  • Between
  • NotBetween
  • IsEmpty
  • NotIsEmpty
  • IsNull
  • NotIsNull
  • Custom
 
   

Diensten

Weekdieren (EU-Habitatrichtlijn)

  • Inventarisaties
  • Beheeradviezen 
  • Monitoring
  • Exoten

Mariene soorten en ecologie

  • Educatie
  • Artikelen
  • Exoten

 

 

Steun ANEMOON

  • Met een donatie
  • Met waarnemingen
  • Met foto's 
  • Met locatie-omschrijvingen
  • Met maken van artikelen
  • Met organiseren activiteiten

Contact

Stichting ANEMOON
Postbus 29
2120 AA Bennebroek

anemoon@cistron.nl

06-11442009

 

 

Back To Top